Hallo allemaal,
Hier is alles goed en ik leef nog. Ik heb (alweer) niet veel tijd om te mailen; maar toch zal ik in het kort even een verslagje van Nimpouya geven: ik ben drie dagen met mijn gids in dit kleine dorp geweest. Het ligt op ongeveer 20 min per brommer van Ouahigouya. Het dorp bestaat uit 6 kleinere ‘wijkjes’ die op kleine loopafstand van elkaar verwijderd liggen. In ieder wijkje woont een andere familie. Ik heb mijn verbijf voornamelijk in Samandin doorgebracht, waar de mensen Sodré heten: jawel dit is familie van mijn contact persoon: zijn vader is hier geboren. Ik heb het dagelijks leven van de mensen mogen volgen: het water halen uit de waterput, graan malen en stampen, de dieren (schapen en koeien) naar het land brengen en ophalen, hout sprokkelen, het eten, de bouw van een moskee en de aanbouw van een latrine, de lessen die kinderen volgen op school, de lessen die ouderen in het Moré volgen op een centre d’alphabétisation. Daarnaast heb ik een soort focus groep gesprek gehad met de mannen uit het dorp en heb één diepte interview afgelegd met een vrouw uit het dorp. Maar verder heb ik de hele dag mensen gesproken en veel dingen ook aan mijn gids gevraagd. Hij komt uit het naburige wijkje Toogin, daar woont zijn moeder en zijn tweede vrouw (ja ja, hij heeft er ook een in Ouahigouya!). Vandaar dat Salif van mijn gids Daouda zegt dat ze broers zijn: ze komen uit hetzelfde dorp.
Er is zo veel te vertellen over die drie dagen alleen al: bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen niet in hetzelfde huis wonen en ook niet samen eten, dat de mensen op de grond slapen en dat kinderen hier spelen met oude fietsbanden. Iedere dag moet ik vele handen schudden want iedereen komt bij mij langs om de ‘nang-saraa’ te begroeten, en iedereen geeft me te eten en vraagt me van alles over Holland. Toch was ik blij dat die drie dagen er op zaten en dat ik weer brood kon eten en een kop thee kon drinken en een douche nemen!!!
Maar blijkbaar hebben deze drie dagen toch zo’n energie gekost dat ik de volgende drie dagen letterlijk gesloopt was! Ben heftig ziek geweest en ben nog herstellende. Waarschijnlijk ligt de oorzaak bij het eten in het dorp Nimpouya; zo overmoedig moet ik dus niet meer zijn. Echt zwaar diarree gehad, oververmoeid, en maagkrampen (en nog ongesteld ook!) Sodré was zelfs boos op mij dat ik niet beter had opgelet; hij voelt zich toch een beetje verantwoordelijk voor mij…Daouda voelde de bui al hangen dat Sodré boos op hem zou worden omdat hij mijn gids is, maar heb duidelijk gezegd dat ik zelf de schuld aan mijn gezondheid heb. Misschien is het wel de hele situatie van aanpassen, ander klimaat, ander eten en ander ritme. Ik weet het niet. Wel heb ik door die malaria pillen ook last van slapeloosheid en daardoor ben ik weer oververmoeid. Jeetje, je moet er wat voor over hebben hoor om antropologisch veldwerk te doen! Haha! Maar goed, we houden de moed er in, tot nu toe heb ik het ondanks alles ontzettend naar mijn zin en ik weet dat dit een ervaring voor het leven is.
Overigens iets heel anders: de zoon van Sodré heeft een probleem met zijn ademhalingsorganen: hij kan moeilijk door zijn neus ademhalen. Het ligt aan de ontwikkeling van zijn schedel en hierdoor komen zijn voortanden ook niet goed door. Ja ingewikkeld maar waar. In Nederland zou je zo iemand naar de orthodontist sturen; maar die heb je hier natuurlijk niet. Maar papa Sodré is met zijn zoon naar een arts helemaal in Ouagadougou gegaan en deze heeft hem het volgende voorgeschreven: hij moet twee maal per week gaan zwemmen. Dan moet hij namelijk door zijn neus gaan ademen en zo spieren ontwikkelen die nu niet goed ontwikkeld zijn. Aangezien er niemand in de familie of in de wijde omgeving kan zwemmen…… ben ik gevraagd zijn zoon, en dan ook gelijk zijn dochter als we toch bezig zijn, te leren zwemmen!! Dus voor zover het mogelijk is naast mijn veldwerk (want dat gaat natuurlijk nog steeds voor J ) ga ik twee maal per week in het zwembad van het duurste hotel van Ouahigouya ‘ hotel de l’Amitié’ zwemmen! Hoera water!!! Dat is bizar als je onderzoek doet naar beperkte watervoorzieningen in de dorpen. Het is niet zoals het dakzwembad van het Krasnapolski in Paramaribo, maar toch een aardig bad met diep en ondiep, douches; kleedhokjes en een barretje. We gaan morgen zwembandjes en een bal kopen; want ik ben al één keer met ze wezen zwemmen; maar ondanks dat ze er kunnen staan vinden ze het dood eng en als ze kopje ondergaan, komen ze niet vanzelf weer boven. Er is gelukkig ook een badmeester in de buurt.
Verder leer ik al aardig wat Moré –de lokale taal hier. En op dit moment volg ik een beetje de African Cup of Nations (voetbal) in Egypte via de tv. Als je je grieperig voelt en niks anders kan is het heerlijk dat er voetbal op tv is!! (Suus: ik zie een groen scherm dus daar wil je zijn!!) Verder heb ik hier nauwelijks last van muggen gelukkig en het eten is op zich ook redelijk lekker. (veel rijst en tô: deeg van rijst) en saus van bladeren (dit is niet te vreten) maar met gebakken banaan ('bananda') erbij gaat het nog ;-)Maar nu is mijn maag weer rustig, en ben weer redelijk uitgerust.
Dus hopelijk gaan we dan nu toch echt beginnen met het onderzoek. Ook al is er al veel gebeurd, toch heb ik het idee dat ik nog steeds niet ‘echt’ begonnen ben met het daadwerkelijke veldwerk. Ohja heb ook ondertussen nog gesprek met de regionale directeur van het ministerie voor agricultuur en water (hydraulique) gehad. En jààhàààà (op z’n Aaron’s) er moeten fotos komen!!! Ga mùn best doen..
Yellekaye! ( geen probleem, op z’n Moré)
Knuffels;
Rosien