(Nederlandse versie)
Vrijdag was een heel belangrijke dag: een van de bewoners van Nimpouya is op Hadj pelgrimstocht naar Mekka geweest en teruggekeerd. Bijna twee weken was iedereen opgewonden bij het idee dat hij terug zou komen en vooral wanneer: want zodra hij terug was gekeerd zou er een groots feest worden georganiseerd. Omdat de vluchten naar Afrika niet zo goed gestructureerd verlopen als bij ons, is Salif Sodré (is neef van de man die op Hadj is geweest) wel drie keer naar het vliegveld van Ouagadougou gereden om te kijken wanneer het vliegtuig aan zou komen. Afgelopen woensdag kwam het vliegtuig eindelijk aan.
Donderdag 26 januari
Op donderdag was het een drukte van jewelste: alle vrouwen van de familie kwamen bij elkaar om een feest maal te bereiden: manden vol kippen, sla, en courgettes en emmers met aardappelen. Daarnaast zou er in het dorp een koe worden geslacht: echt iets heel groots voor deze mensen. Vrienden en familie met kleine kinderen kwamen langs om te helpen. Er werden peterselie en peper gestampt. Peterselie werd in een grote teil gedaan en allemaal vrouwen er om heen zaten op krukjes met een zak Maggie bouillonblokjes uit de verpakking te halen. Deze blokjes werden verpulverd en bij de peterselie gestrooid. Daar ging een pot Dijon mosterd bij en een halve fles azijn. Dit werd met de handen door elkaar gemengd tot een fijn papje. Met dit papje werden even later kippen met de hand ingewreven. De maggie blokjes openmaken, knoflook pellen, uien schillen… We zitten wel met meer dan 10 vrouwen te schillen. Allemaal uit de hand en vaak met een vlijmscherp vleesmes zonder handvat. De vrouw van Daouda is er ook en de secretaresse van DSF, en de vrouw van Moussa (broer van Sodré met wie ik veel op stap ga – hij geeft les in Risci waar ik ook onderzoek ga doen). Al die jonge moeders vinden het wel gezellig met elkaar geloof ik. Om de haverklap hangt er een uitgezakte borst naar buiten waar een kind aan loopt te zuigen. Tegen het eind van de middag komen Moussa en Sodré terug met de oom vanuit Ouaga. Hij overnacht die donderdag nacht in het gastenverblijf naast mij want morgen rijden we met z’n allen naar Nimpouya. Moussa, Ceydou (de chauffeur die me steevast ‘nang-saraa’ blijft noemen, omdat dat beleefd is), Daouda (mijn tolk), Pascal, Noe, Isu, Ishakka, Aruna, Salif en andere mannen lopen in en om het huis. Ik realiseer me zelf ook hoe ik eigenlijk al best gewend raak aan het wonen hier bij Sodré. De meeste mensen ken ik al en ik weet een beetje hoe het er aan toe gaat, waar dingen staan en wat de bedoeling is. Toch blijft het vermoeiend de hele dag Mooré te horen. Ik moet aan Renske denken die wat dat betreft in het zelfde schuitje zit: de hele dag hoort ze Fins om zich heen, en als tussentaal wordt Engels gebruikt. Maar dan bedenk ik me dat zij één groot voordeel heeft; de Finse cultuur verschilt niet zo drastisch veel met die van de Nederlandse. Het is gewoon West Europa.
Vrijdag 27 januari 2006
Dan is de grote dag aangebroken. Om 6 uur ’s ochtends lopen er al mensen bedrijvig rond op het erf. Om 10 uur komen allemaal jeeps en auto’s bij het huis van Sodré tezamen, en mensen springen achterin de laadbak of op de achterbank met z’n 6en. In een stoet rijden we naar Nimpouya. Ik mag voorin de witte Mercedes van Sodré zitten, want ik ben ‘nang-saraa’. De Hadj oom zit achterin. Hij heeft een lang wit gewaad aan, witte muilen aan zijn voeten, een Palestijnse sjaal om zijn hoofd met een zwarte band en een zonnebril op. Aan weerszijden van hem zitten twee mannen die er precies zo uit zien als hij. Als we in Nimpouya aankomen (ligt ong. 15 km verderop) is het hele dorp (lees: alleen de mannen) uitgelopen om de oom te verwelkomen. Vóór het dorp stappen we uit en lopen door een boog van mensen die zich achter de oom aansluiten, er word gezongen (in het Arabisch denk ik) en in een stoet lopen we naar het dorp. In het dorp aangekomen gaat de stoet direct naar de moskee (een heel klein moskeetje) en wordt er in de openlucht gebeden. Daarna vertrekt de stoet al zingend naar een ander ‘kwartier’ van het dorp waar ook een moskee(tje) staat, en wordt er weer gebeden.
Iedere familie heeft een speciaal pak laten maken om aan te trekken vandaag, en de stof is steeds hetzelfde. Daardoor kan ik ineens heel makkelijk zien wie er familie is van wie. Ik zelf heb ook een blouse en een broek aan van de stof van de familie Sodré. Het is een leuk gezicht dat iedereen een soort ‘kostuum’ draagt, maar iedereen heeft een andere vorm. Sommigen hebben mooie jurken, anderen een broek en een hesje. Het hangt er ook maar net vanaf of je geld genoeg hebt voor een heel pak of alleen een blouse of rok.
Dan gaan de mannen in de schaduw op stoelen zitten en gebeurt er eigenlijk gedurende twee uur niks anders dan begroeten van familieleden die aankomen en thee slurpen. De vrouwen van het dorp zijn gewoon hun dagelijkse werkzaamheden aan het doen: water halen, hout sprokkelen, eten maken. Om 14 uur beginnen de formaliteiten: een man schalt door een microfoon (die wordt versterkt door een aggregaat want er is hier nergens stroom) het is een imam die eerst een soort toespraak houdt waarin uitgelegd wordt wat het precies inhoudt om op Hadj te gaan en hoe fantastisch het is dat deze man in goede gezondheid is teruggekeerd. Dan wordt er uit de Koran geciteerd en door een vrouw (véél te hard door de microfoon) gezongen.
Daarna gaan we naar de school (die ligt iets buiten het dorp) om te eten. Daar is Azeta (de vrouw van Sodré) met alle andere vrouwen die gisteren het eten hebben voorbereid. In grote pannen en schalen word het eten op plastic bordjes geschept. Er zijn plastic lepels maar de meeste mensen eten met hun handen. We zitten in de klas lokaaltjes in ouderwetse schoolbanken te eten.
Na het eten gebeurd er weer ongeveer 2 uur niks. De mannen zitten een beetje in de schaduw Coca cola te drinken en sigaretten te roken, terwijl de vrouwen het eten opruimen en de kinderen in de gaten houden. Tegen het eind van de middag gaan we terug naar het dorp om thee te slurpen. Dan in eens hoor ik geluid van muziek. Ik ga kijken waar het vandaan komt. Nu blijkt het feest voor de vrouwen te zijn aangebroken: ze zijn in het dorp in grote kringen aan het dansen en zingen en klappen met hun handen en stampen met hun voeten. Het dansen in het zand doet enorme stofwolken opwaaien. Hierdoor is het lastig foto’s te nemen, en krijg is bovendien last van mijn neus en moet steeds niezen. Twee vrouwen staan in het midden met een microfoon, die het soms even niet doet als iemand op het snoer stapt. Daouda (mijn tolk!) komt langs en bekijkt de technische voorzieningen. Hij loopt de hele dag al van alles te regelen, net als de broers van Salif Sodré. Hij loopt met iedereen te lachen en heeft behoorlijk wat invloed. Hij is erg grappig en ik kan ook erg met hem lachen. Bovendien heeft hij gevoel voor talen want als ik hem iets in het Nederlands vertel kan hij het direct bijna accentloos herhalen en onthoud het ook. Ik besef dat ik het met deze man als tolk heel erg getroffen heb. Als het allang donker is zijn de vrouwen nog steeds aan het dansen en zingen. Maar nu is iedereen er omheen gaan zitten in een hele grote kring, en een man speelt op een Afrikaanse gitaar die versterkt wordt.
Dan gaan de families uit Ouahigouya naar huis. Ik ben blij want de hele dag al die mensen en indrukken zijn erg vermoeiend geweest. Maar wel super gaaf om te hebben mee gemaakt!!!
Saturday, January 28, 2006
Return of the Hadj villager of Nimpouya
English version
* For pictures; see Dutch version
Thursday 26 January
One of the villagers of Nimpouya has been on Hadj pilgrimage to Mecca and returned safely. For two weeks people have been quite excited by the idea that he would come back and when exactly he would come back: because when he returns a big party is organised. Since the flights in Africa are not well scheduled as in Europe, Salif Sodré (who is the nephew of the man who went on Hadj) has been driving three times to the Ouagadougou airport to see if and when the plane would arrive. Finally on Wednesday his uncle arrived.
On Thursday all the women of the family got together in different locations to prepare the feast meal. Since Friday is the most religious day of the week for Muslims, and the timing was right, the party was held on this day. From 6 o’clock in the morning until late in the night, the women have been preparing loads and loads of food in the house of Salif: crushing parsley, making sauce for the baskets full of chickens (with loads of Maggie bouillon lumps and Dijon mustard), buckets with potatoes and salad. And in the village people killed a cow for this occasion. Of course I had to help. So I sat with the women, who were all talking, laughing and chatting together (in Mooré) while little children were playing around it. Cutting potatoes, pealing garlic, and other stuff. We are working together with more than 10 women to cut the potatoes. And next to us are again some 10 other women pealing onions and garlic or doing something else! The rest of the day we are busy preparing the food and in the afternoon Salif Sodré arrives with his uncle from the airport of Ouagadougou.
Friday 27 January
As from 6 am people are walking busy around the house. Then, at 10 am people are driving together to Nimpouya: many of them are in the back of a jeep or with many people in one car. Just before we arrive in Nimpouya we have to stop and get out of the car: all the men of the village are here to welcome this man: while they form a long line of singing people they walk to the village. In Nimpouya we walk to the Mosque where the men immediately start praying in the open air. Then we walk to another quarter of the village, with an other mosque, where they start praying again. Then the men go and sit down in the shade and for the next 2 hours or so nothing special happens. They just sit there, greeting family members and friends that have just arrived and drinking tea.
At 2 pm the formalities begin: in front of the mosque all men are sitting together while an Imam speaks through a microphone; first he talks about what it means to go on Hadj and how wonderful it is that this man has returned safely and in good health. Then he starts citing Koran. After this, we are going to the school – which is located just outside the village – to eat. All the women that were preparing the food yesterday are there, they serve the food and drinks and clean up afterwards. Then for the next two hours nothing special happens. Some people leave already. At the end of the afternoon we go back to the village. Now the party has started for the women: they are dancing, singing and clapping their hands in large circles in the sand. They have been dancing and singing until late at night, while there is no light: so in complete darkness under the stars. It was a very interesting day and I realise that I have been very lucky to have taken part in this.
* For pictures; see Dutch version
Thursday 26 January
One of the villagers of Nimpouya has been on Hadj pilgrimage to Mecca and returned safely. For two weeks people have been quite excited by the idea that he would come back and when exactly he would come back: because when he returns a big party is organised. Since the flights in Africa are not well scheduled as in Europe, Salif Sodré (who is the nephew of the man who went on Hadj) has been driving three times to the Ouagadougou airport to see if and when the plane would arrive. Finally on Wednesday his uncle arrived.
On Thursday all the women of the family got together in different locations to prepare the feast meal. Since Friday is the most religious day of the week for Muslims, and the timing was right, the party was held on this day. From 6 o’clock in the morning until late in the night, the women have been preparing loads and loads of food in the house of Salif: crushing parsley, making sauce for the baskets full of chickens (with loads of Maggie bouillon lumps and Dijon mustard), buckets with potatoes and salad. And in the village people killed a cow for this occasion. Of course I had to help. So I sat with the women, who were all talking, laughing and chatting together (in Mooré) while little children were playing around it. Cutting potatoes, pealing garlic, and other stuff. We are working together with more than 10 women to cut the potatoes. And next to us are again some 10 other women pealing onions and garlic or doing something else! The rest of the day we are busy preparing the food and in the afternoon Salif Sodré arrives with his uncle from the airport of Ouagadougou.
Friday 27 January
As from 6 am people are walking busy around the house. Then, at 10 am people are driving together to Nimpouya: many of them are in the back of a jeep or with many people in one car. Just before we arrive in Nimpouya we have to stop and get out of the car: all the men of the village are here to welcome this man: while they form a long line of singing people they walk to the village. In Nimpouya we walk to the Mosque where the men immediately start praying in the open air. Then we walk to another quarter of the village, with an other mosque, where they start praying again. Then the men go and sit down in the shade and for the next 2 hours or so nothing special happens. They just sit there, greeting family members and friends that have just arrived and drinking tea.
At 2 pm the formalities begin: in front of the mosque all men are sitting together while an Imam speaks through a microphone; first he talks about what it means to go on Hadj and how wonderful it is that this man has returned safely and in good health. Then he starts citing Koran. After this, we are going to the school – which is located just outside the village – to eat. All the women that were preparing the food yesterday are there, they serve the food and drinks and clean up afterwards. Then for the next two hours nothing special happens. Some people leave already. At the end of the afternoon we go back to the village. Now the party has started for the women: they are dancing, singing and clapping their hands in large circles in the sand. They have been dancing and singing until late at night, while there is no light: so in complete darkness under the stars. It was a very interesting day and I realise that I have been very lucky to have taken part in this.
Tuesday, January 24, 2006
Nimpouya
Hallo allemaal,
Hier is alles goed en ik leef nog. Ik heb (alweer) niet veel tijd om te mailen; maar toch zal ik in het kort even een verslagje van Nimpouya geven: ik ben drie dagen met mijn gids in dit kleine dorp geweest. Het ligt op ongeveer 20 min per brommer van Ouahigouya. Het dorp bestaat uit 6 kleinere ‘wijkjes’ die op kleine loopafstand van elkaar verwijderd liggen. In ieder wijkje woont een andere familie. Ik heb mijn verbijf voornamelijk in Samandin doorgebracht, waar de mensen Sodré heten: jawel dit is familie van mijn contact persoon: zijn vader is hier geboren. Ik heb het dagelijks leven van de mensen mogen volgen: het water halen uit de waterput, graan malen en stampen, de dieren (schapen en koeien) naar het land brengen en ophalen, hout sprokkelen, het eten, de bouw van een moskee en de aanbouw van een latrine, de lessen die kinderen volgen op school, de lessen die ouderen in het Moré volgen op een centre d’alphabétisation. Daarnaast heb ik een soort focus groep gesprek gehad met de mannen uit het dorp en heb één diepte interview afgelegd met een vrouw uit het dorp. Maar verder heb ik de hele dag mensen gesproken en veel dingen ook aan mijn gids gevraagd. Hij komt uit het naburige wijkje Toogin, daar woont zijn moeder en zijn tweede vrouw (ja ja, hij heeft er ook een in Ouahigouya!). Vandaar dat Salif van mijn gids Daouda zegt dat ze broers zijn: ze komen uit hetzelfde dorp.
Er is zo veel te vertellen over die drie dagen alleen al: bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen niet in hetzelfde huis wonen en ook niet samen eten, dat de mensen op de grond slapen en dat kinderen hier spelen met oude fietsbanden. Iedere dag moet ik vele handen schudden want iedereen komt bij mij langs om de ‘nang-saraa’ te begroeten, en iedereen geeft me te eten en vraagt me van alles over Holland. Toch was ik blij dat die drie dagen er op zaten en dat ik weer brood kon eten en een kop thee kon drinken en een douche nemen!!!
Maar blijkbaar hebben deze drie dagen toch zo’n energie gekost dat ik de volgende drie dagen letterlijk gesloopt was! Ben heftig ziek geweest en ben nog herstellende. Waarschijnlijk ligt de oorzaak bij het eten in het dorp Nimpouya; zo overmoedig moet ik dus niet meer zijn. Echt zwaar diarree gehad, oververmoeid, en maagkrampen (en nog ongesteld ook!) Sodré was zelfs boos op mij dat ik niet beter had opgelet; hij voelt zich toch een beetje verantwoordelijk voor mij…Daouda voelde de bui al hangen dat Sodré boos op hem zou worden omdat hij mijn gids is, maar heb duidelijk gezegd dat ik zelf de schuld aan mijn gezondheid heb. Misschien is het wel de hele situatie van aanpassen, ander klimaat, ander eten en ander ritme. Ik weet het niet. Wel heb ik door die malaria pillen ook last van slapeloosheid en daardoor ben ik weer oververmoeid. Jeetje, je moet er wat voor over hebben hoor om antropologisch veldwerk te doen! Haha! Maar goed, we houden de moed er in, tot nu toe heb ik het ondanks alles ontzettend naar mijn zin en ik weet dat dit een ervaring voor het leven is.
Overigens iets heel anders: de zoon van Sodré heeft een probleem met zijn ademhalingsorganen: hij kan moeilijk door zijn neus ademhalen. Het ligt aan de ontwikkeling van zijn schedel en hierdoor komen zijn voortanden ook niet goed door. Ja ingewikkeld maar waar. In Nederland zou je zo iemand naar de orthodontist sturen; maar die heb je hier natuurlijk niet. Maar papa Sodré is met zijn zoon naar een arts helemaal in Ouagadougou gegaan en deze heeft hem het volgende voorgeschreven: hij moet twee maal per week gaan zwemmen. Dan moet hij namelijk door zijn neus gaan ademen en zo spieren ontwikkelen die nu niet goed ontwikkeld zijn. Aangezien er niemand in de familie of in de wijde omgeving kan zwemmen…… ben ik gevraagd zijn zoon, en dan ook gelijk zijn dochter als we toch bezig zijn, te leren zwemmen!! Dus voor zover het mogelijk is naast mijn veldwerk (want dat gaat natuurlijk nog steeds voor J ) ga ik twee maal per week in het zwembad van het duurste hotel van Ouahigouya ‘ hotel de l’Amitié’ zwemmen! Hoera water!!! Dat is bizar als je onderzoek doet naar beperkte watervoorzieningen in de dorpen. Het is niet zoals het dakzwembad van het Krasnapolski in Paramaribo, maar toch een aardig bad met diep en ondiep, douches; kleedhokjes en een barretje. We gaan morgen zwembandjes en een bal kopen; want ik ben al één keer met ze wezen zwemmen; maar ondanks dat ze er kunnen staan vinden ze het dood eng en als ze kopje ondergaan, komen ze niet vanzelf weer boven. Er is gelukkig ook een badmeester in de buurt.
Verder leer ik al aardig wat Moré –de lokale taal hier. En op dit moment volg ik een beetje de African Cup of Nations (voetbal) in Egypte via de tv. Als je je grieperig voelt en niks anders kan is het heerlijk dat er voetbal op tv is!! (Suus: ik zie een groen scherm dus daar wil je zijn!!) Verder heb ik hier nauwelijks last van muggen gelukkig en het eten is op zich ook redelijk lekker. (veel rijst en tô: deeg van rijst) en saus van bladeren (dit is niet te vreten) maar met gebakken banaan ('bananda') erbij gaat het nog ;-)Maar nu is mijn maag weer rustig, en ben weer redelijk uitgerust.
Dus hopelijk gaan we dan nu toch echt beginnen met het onderzoek. Ook al is er al veel gebeurd, toch heb ik het idee dat ik nog steeds niet ‘echt’ begonnen ben met het daadwerkelijke veldwerk. Ohja heb ook ondertussen nog gesprek met de regionale directeur van het ministerie voor agricultuur en water (hydraulique) gehad. En jààhàààà (op z’n Aaron’s) er moeten fotos komen!!! Ga mùn best doen..
Yellekaye! ( geen probleem, op z’n Moré)
Knuffels;
Rosien
Hier is alles goed en ik leef nog. Ik heb (alweer) niet veel tijd om te mailen; maar toch zal ik in het kort even een verslagje van Nimpouya geven: ik ben drie dagen met mijn gids in dit kleine dorp geweest. Het ligt op ongeveer 20 min per brommer van Ouahigouya. Het dorp bestaat uit 6 kleinere ‘wijkjes’ die op kleine loopafstand van elkaar verwijderd liggen. In ieder wijkje woont een andere familie. Ik heb mijn verbijf voornamelijk in Samandin doorgebracht, waar de mensen Sodré heten: jawel dit is familie van mijn contact persoon: zijn vader is hier geboren. Ik heb het dagelijks leven van de mensen mogen volgen: het water halen uit de waterput, graan malen en stampen, de dieren (schapen en koeien) naar het land brengen en ophalen, hout sprokkelen, het eten, de bouw van een moskee en de aanbouw van een latrine, de lessen die kinderen volgen op school, de lessen die ouderen in het Moré volgen op een centre d’alphabétisation. Daarnaast heb ik een soort focus groep gesprek gehad met de mannen uit het dorp en heb één diepte interview afgelegd met een vrouw uit het dorp. Maar verder heb ik de hele dag mensen gesproken en veel dingen ook aan mijn gids gevraagd. Hij komt uit het naburige wijkje Toogin, daar woont zijn moeder en zijn tweede vrouw (ja ja, hij heeft er ook een in Ouahigouya!). Vandaar dat Salif van mijn gids Daouda zegt dat ze broers zijn: ze komen uit hetzelfde dorp.
Er is zo veel te vertellen over die drie dagen alleen al: bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen niet in hetzelfde huis wonen en ook niet samen eten, dat de mensen op de grond slapen en dat kinderen hier spelen met oude fietsbanden. Iedere dag moet ik vele handen schudden want iedereen komt bij mij langs om de ‘nang-saraa’ te begroeten, en iedereen geeft me te eten en vraagt me van alles over Holland. Toch was ik blij dat die drie dagen er op zaten en dat ik weer brood kon eten en een kop thee kon drinken en een douche nemen!!!
Maar blijkbaar hebben deze drie dagen toch zo’n energie gekost dat ik de volgende drie dagen letterlijk gesloopt was! Ben heftig ziek geweest en ben nog herstellende. Waarschijnlijk ligt de oorzaak bij het eten in het dorp Nimpouya; zo overmoedig moet ik dus niet meer zijn. Echt zwaar diarree gehad, oververmoeid, en maagkrampen (en nog ongesteld ook!) Sodré was zelfs boos op mij dat ik niet beter had opgelet; hij voelt zich toch een beetje verantwoordelijk voor mij…Daouda voelde de bui al hangen dat Sodré boos op hem zou worden omdat hij mijn gids is, maar heb duidelijk gezegd dat ik zelf de schuld aan mijn gezondheid heb. Misschien is het wel de hele situatie van aanpassen, ander klimaat, ander eten en ander ritme. Ik weet het niet. Wel heb ik door die malaria pillen ook last van slapeloosheid en daardoor ben ik weer oververmoeid. Jeetje, je moet er wat voor over hebben hoor om antropologisch veldwerk te doen! Haha! Maar goed, we houden de moed er in, tot nu toe heb ik het ondanks alles ontzettend naar mijn zin en ik weet dat dit een ervaring voor het leven is.
Overigens iets heel anders: de zoon van Sodré heeft een probleem met zijn ademhalingsorganen: hij kan moeilijk door zijn neus ademhalen. Het ligt aan de ontwikkeling van zijn schedel en hierdoor komen zijn voortanden ook niet goed door. Ja ingewikkeld maar waar. In Nederland zou je zo iemand naar de orthodontist sturen; maar die heb je hier natuurlijk niet. Maar papa Sodré is met zijn zoon naar een arts helemaal in Ouagadougou gegaan en deze heeft hem het volgende voorgeschreven: hij moet twee maal per week gaan zwemmen. Dan moet hij namelijk door zijn neus gaan ademen en zo spieren ontwikkelen die nu niet goed ontwikkeld zijn. Aangezien er niemand in de familie of in de wijde omgeving kan zwemmen…… ben ik gevraagd zijn zoon, en dan ook gelijk zijn dochter als we toch bezig zijn, te leren zwemmen!! Dus voor zover het mogelijk is naast mijn veldwerk (want dat gaat natuurlijk nog steeds voor J ) ga ik twee maal per week in het zwembad van het duurste hotel van Ouahigouya ‘ hotel de l’Amitié’ zwemmen! Hoera water!!! Dat is bizar als je onderzoek doet naar beperkte watervoorzieningen in de dorpen. Het is niet zoals het dakzwembad van het Krasnapolski in Paramaribo, maar toch een aardig bad met diep en ondiep, douches; kleedhokjes en een barretje. We gaan morgen zwembandjes en een bal kopen; want ik ben al één keer met ze wezen zwemmen; maar ondanks dat ze er kunnen staan vinden ze het dood eng en als ze kopje ondergaan, komen ze niet vanzelf weer boven. Er is gelukkig ook een badmeester in de buurt.
Verder leer ik al aardig wat Moré –de lokale taal hier. En op dit moment volg ik een beetje de African Cup of Nations (voetbal) in Egypte via de tv. Als je je grieperig voelt en niks anders kan is het heerlijk dat er voetbal op tv is!! (Suus: ik zie een groen scherm dus daar wil je zijn!!) Verder heb ik hier nauwelijks last van muggen gelukkig en het eten is op zich ook redelijk lekker. (veel rijst en tô: deeg van rijst) en saus van bladeren (dit is niet te vreten) maar met gebakken banaan ('bananda') erbij gaat het nog ;-)Maar nu is mijn maag weer rustig, en ben weer redelijk uitgerust.
Dus hopelijk gaan we dan nu toch echt beginnen met het onderzoek. Ook al is er al veel gebeurd, toch heb ik het idee dat ik nog steeds niet ‘echt’ begonnen ben met het daadwerkelijke veldwerk. Ohja heb ook ondertussen nog gesprek met de regionale directeur van het ministerie voor agricultuur en water (hydraulique) gehad. En jààhàààà (op z’n Aaron’s) er moeten fotos komen!!! Ga mùn best doen..
Yellekaye! ( geen probleem, op z’n Moré)
Knuffels;
Rosien
Saturday, January 14, 2006
Fête des Moutons
Last Tuesday was Tabaski : an Islamic feast (Eid al-Kebir) in Moré called Kibisi, and in French the Fête des Moutons – the Feast of the Sheep. Well, for the Sheep itself it wasn’t such a feast! For Sodré’s family alone four were killed. (Halal procedures, of course).
Originally the feast commemorates Ibrahim’s (yes, Abraham is the same guy!) readiness to sacrifice his son on God’s command, and the last-minute substitution of a ram. It also coincides with the end of the pilgrimage to Mecca, and is the most important Muslum event, marked in most countries by great feasts with roast sheep and a two day public holiday. Since the Islamic calendar is based on 12 lunar months, the day of Tabaski varies every year. For Sodré’s family this day is extra special, because Salif Sodré was born on the day of Tabaski. His mother therefore often calls him ‘Kibisi’. This is why he celebrates his birthday on this day as well. It is apparently a great honor to give birth to a son on Kibisi, and this son is supposed to be very special. So my contact person Sodré is indeed an extraordinary man!
Two weeks before Tabaski, sheep prices rice steeply, as every family is expected to provide one during the celebrations. The feast started at 5 am and lasted until late in the night. The women were all day at the back of the house preparing a great meal: salads, rice, couscous, rice, spaghetti, grilled chicken and more rice!
At 10 am I went with Sodré and the children to ‘the prayers’: everybody wore his newest and best clothes. Women wore a headscarf, and so did I….! On a huge square thousands of people gathered together. Men and women separated. First there were rows of men after which the rows with women followed. Everybody had brought a carpet for the prayer and you had to take your shoes off. In the open air with the sun burning in my neck. The ceremony took one hour. I found it very strange to participate in it and to kneel for a God that I do not know. I felt extremely uncomfortable and honestly speaking I did not like it at all. However, this is such an important event to the inhabitants of this region, that I am glad that I did it.
When we got home the meal was almost ready. While the women were preparing the meal, the men were busy with the sheep. Unfortunately I missed the slaughtering part… But suddenly a man walked to the back of the house with a completely skinned sheep over his shoulder! Only the head was untouched. He hung the sheep with a rope around his neck in a tree. After that he did the same with another sheep. One-third of the slaughtered animal is supposed to be given to the poor, one-third to friends and one-third is left for the family. Because I am white I have to sit and eat with the men. While the women were eating at the back. However, whenever possible I try to be with the women and see what they’re doing. We have been eating all day. No really: ALL DAY! I couldn’t see any sheep or rice anymore afterwards! But it was a good experience and I was lucky to be part of it and to take loads of pictures. Unfortunately I am not yet able to put pictures on the web... hopefully next time.
à plus!
Originally the feast commemorates Ibrahim’s (yes, Abraham is the same guy!) readiness to sacrifice his son on God’s command, and the last-minute substitution of a ram. It also coincides with the end of the pilgrimage to Mecca, and is the most important Muslum event, marked in most countries by great feasts with roast sheep and a two day public holiday. Since the Islamic calendar is based on 12 lunar months, the day of Tabaski varies every year. For Sodré’s family this day is extra special, because Salif Sodré was born on the day of Tabaski. His mother therefore often calls him ‘Kibisi’. This is why he celebrates his birthday on this day as well. It is apparently a great honor to give birth to a son on Kibisi, and this son is supposed to be very special. So my contact person Sodré is indeed an extraordinary man!
Two weeks before Tabaski, sheep prices rice steeply, as every family is expected to provide one during the celebrations. The feast started at 5 am and lasted until late in the night. The women were all day at the back of the house preparing a great meal: salads, rice, couscous, rice, spaghetti, grilled chicken and more rice!
At 10 am I went with Sodré and the children to ‘the prayers’: everybody wore his newest and best clothes. Women wore a headscarf, and so did I….! On a huge square thousands of people gathered together. Men and women separated. First there were rows of men after which the rows with women followed. Everybody had brought a carpet for the prayer and you had to take your shoes off. In the open air with the sun burning in my neck. The ceremony took one hour. I found it very strange to participate in it and to kneel for a God that I do not know. I felt extremely uncomfortable and honestly speaking I did not like it at all. However, this is such an important event to the inhabitants of this region, that I am glad that I did it.
When we got home the meal was almost ready. While the women were preparing the meal, the men were busy with the sheep. Unfortunately I missed the slaughtering part… But suddenly a man walked to the back of the house with a completely skinned sheep over his shoulder! Only the head was untouched. He hung the sheep with a rope around his neck in a tree. After that he did the same with another sheep. One-third of the slaughtered animal is supposed to be given to the poor, one-third to friends and one-third is left for the family. Because I am white I have to sit and eat with the men. While the women were eating at the back. However, whenever possible I try to be with the women and see what they’re doing. We have been eating all day. No really: ALL DAY! I couldn’t see any sheep or rice anymore afterwards! But it was a good experience and I was lucky to be part of it and to take loads of pictures. Unfortunately I am not yet able to put pictures on the web... hopefully next time.
à plus!
Friday, January 06, 2006
Bonjour tout le monde!
This is my diary for the next three months, while I'm staying in norhtern Burkina Faso to do research for my study Social & Cultural Anthropology. Three days ago I arrived in Ouagadougou, the capital of Burkina Faso.
Everything is going well so far. Mr Sodré (whom I have met four years ago) has picked me up from the airport and we drove to Ouahigouya: which is 3 hours' drive from Ouaga. Mr Sodré and his family have offered me to stay in a guesthouse next to their house for the coming three months. This is a good 'home base' for me to do my fieldwork research: I can visit villages in the Yatenga province whenever I want, but still can come home to my own place with electricity, internet connection, privacy and a nice shower! Besides I get to eat with the family, play with the three children, join them to special ceremonies (such as the 'fête de mouton' - the feast of the sheep - next week) and I learned some words in Moré; the local language.
Today we have visited Nimpouya - a village where I have been 4 years ago. This is hopefully going to be one of the villages that will be my research site.
Next Monday I am going to visit the Ministre des Eaux et Environnement together with Mr Sodré (who knows basically everybody here in Ouahi and is a well respected man).
A la prochaine!
Everything is going well so far. Mr Sodré (whom I have met four years ago) has picked me up from the airport and we drove to Ouahigouya: which is 3 hours' drive from Ouaga. Mr Sodré and his family have offered me to stay in a guesthouse next to their house for the coming three months. This is a good 'home base' for me to do my fieldwork research: I can visit villages in the Yatenga province whenever I want, but still can come home to my own place with electricity, internet connection, privacy and a nice shower! Besides I get to eat with the family, play with the three children, join them to special ceremonies (such as the 'fête de mouton' - the feast of the sheep - next week) and I learned some words in Moré; the local language.
Today we have visited Nimpouya - a village where I have been 4 years ago. This is hopefully going to be one of the villages that will be my research site.
Next Monday I am going to visit the Ministre des Eaux et Environnement together with Mr Sodré (who knows basically everybody here in Ouahi and is a well respected man).
A la prochaine!
Subscribe to:
Posts (Atom)